De eerste stappen van Glenn Martens bij Maison Margiela

jul 21, 2025 | Merken, Mode

Voor zijn debuut als artistiek directeur van Maison Margiela koos Glenn Martens voor couture als toegangspoort. Een gedurfde zet, aangezien de vorige show van John Galliano nog stevig in het geheugen gegrift stond. In plaats van te concurreren met diens imposante erfenis, riep de Belgische ontwerper liever de geest van oprichter Martin Margiela op, door terug te keren naar de oorsprong. Met gemaskerde silhouetten, herinterpretaties en een circulaire visie op kleding, weet Martens zijn eigen signatuur krachtig neer te zetten.

Een terugkeer naar de essentie van Maison Margiela 

Glenn Martens koos niet voor de omweg. Voor zijn eerste stappen bij Maison Margiela opent hij resoluut de grote poort: die van de Haute Couture. Een ambitieus, bijna roekeloos gebaar, zeker gezien de vorige show van het huis — georkestreerd door John Galliano voor lente-zomer 2024 — een ware schokgolf door de modewereld stuurde. Tot in de perfectie gechoreografeerd, met een extreem doordachte casting en theatrale personificaties: Galliano legde de lat torenhoog.

Martens kiest ervoor om dat spel niet mee te spelen. In plaats van te wedijveren, kiest hij voor terughoudendheid — en laat zo de kleding spreken. De modellen zijn volledig gemaskeerd. Een radicaal gebaar dat onmiddellijk verwijst naar het DNA van het huis. Reeds in 1989 gebruikte Martin Margiela maskers om de aandacht op het kledingstuk te houden. Deze keuze is dus allesbehalve willekeurig. Door gezichten uit te wissen, maakt Glenn Martens een dubbel statement: tegen de extreme personificatie van Galliano — waarin elk model een personage werd — én tegen de huidige castings, waarin steeds dezelfde gezichten de creaties overschaduwen. Hier is het kledingstuk de ster. Punt. Met 49 spookachtige silhouetten componeert Martens een bevreemdende, bijna onwerkelijke parade waarin elke outfit lijkt te zweven in de ruimte.

Een ander veelzeggend gebaar: de locatie. De show vond plaats in het 104, in het 19e arrondissement van Parijs. Een symbolische plek, aangezien Martin Margiela hier ooit zijn allerlaatste show presenteerde voor het huis dat hij in 1988 oprichtte. Door dit decor opnieuw te betreden, blaast Martens het geheugen nieuw leven in — zonder ooit de vergelijking met Galliano aan te gaan. Het gaat er niet om beter of anders te doen, maar om terug te keren naar de oorsprong en vandaaruit een nieuw hoofdstuk te openen.

Een anachronistische couturepremière 

Om zijn visie als hoofd van Maison Margiela te markeren, koos Glenn Martens ervoor om terug te reizen in de tijd. Hij dook diep in het archief van het huis en distilleerde fragmenten uit verschillende tijdperken om een gelaagde, bijna anachronistische collectie te creëren waarin het verleden en het heden met elkaar in dialoog gaan.

Vanaf de eerste minuut is de toon gezet: de openingslooks zijn nog verpakt in plastic, alsof ze wachten om onthuld te worden. Onder het doorschijnende materiaal regeert de transparantie. De kleding slaapt nog — is eerder voelbaar dan zichtbaar. Een doorgetrokken metafoor voor het huis zelf, dat in volle transformatie verkeert.

Geleidelijk aan komen de vormen tevoorschijn, kleuren verschijnen, alsof elke passage de plastic huls iets verder breekt. De kleding blijft ‘verzegeld’, alsof Martens zijn universum slechts mondjesmaat en met een zekere schroom toont. Plastic maakt plaats voor satijnen drapages, het volume verslindt de gezichten.

In silhouetten 9, 10 en 11 ontstaat een scherp contrast: de petites mains uit het atelier hebben erin geslaagd om een organische textuur te reconstrueren. De snits lijken met het scalpel gesneden, maar de kleding leeft en ademt. Datzelfde paradoxale gevoel duikt op in de volgende silhouetten, die verwijzen naar het dierenrijk: vogelveertjes sieren een leren perfecto, elders vormen ze een parelgrijze, luchtige rok. Een kostuum bedekt met edelstenen doet denken aan de iriserende pracht van een pauw in de balts.

Soms verschijnen de silhouetten als sepia-achtige verschijningen, opgebouwd uit patchworks en verweerde stoffen. En dan ineens, een detail dat de nostalgische toon doorbreekt: felroze nagels steken uit een jas, door een nauwkeurig uitgesneden spleet. Een glamoureus, bijna brutaal accent.

Aan het eind van de show markeren silhouetten 38, 39 en 40 een ommekeer. De zoektocht naar vloeibaarheid bereikt haar hoogtepunt: ingesnoerde tailles, uitvergrote heupen, vloeibare stoffen. Het lichaam wordt slechts gesuggereerd, nooit volledig prijsgegeven. De stof lijkt te stromen.

En dan keren de veren terug. Ultiem symbool van lichtheid, bedekken ze de laatste silhouetten als een tweede huid. Tot aan het slotbeeld: een jurk in neon-groen, soepel, organisch, plantaardig. Het masker van het model, bezet met kristallen en textiel, doet denken aan een kiem, een geboorte in wording. Een knop op het punt van uitbarsten. Laat dat ook de wens zijn voor Glenn Martens: dat dit eerste geritsel een fundament wordt. En dat deze ontwakende couture ten volle tot leven komt.

Artikel door Julie Boone.