Deze accessoires geïnspireerd door het alledaagse: wanneer mode het dagelijks leven herschept

sep 23, 2025 | Merken, Mode

In de mode komt inspiratie vaak uit onverwachte hoeken. Gewone, herkenbare objecten veranderen plots in gedurfde creaties. Van trompe-l’œil tot speelse knipoog: deze accessoires, geïnspireerd door het alledaagse, verschuiven de contouren van een silhouet, trekken de blik en bewijzen dat met een vleugje verbeelding zelfs het meest banale voorwerp kan uitgroeien tot een uitzonderlijk statement.

Het alledaagse heruitgevonden

In hun onstilbare zoektocht naar vernieuwing laten ontwerpers zich vaak leiden door wat hen omringt. Een plooi, een volume, kan de kiem zijn van een accessoire. Soms opgediept uit de archieven van een modehuis, opnieuw gelezen door de lens van het heden, of ontleend aan elementen uit de buitenwereld.

Een iconisch voorbeeld: de Fortune Bag van Céline, gelanceerd door Hedi Slimane in 2021. Deze sculpturale tas refereert rechtstreeks aan de vorm van het Chinese fortune cookie, met zijn delicate kromming en vouw. Tegelijk roept de tas de kunst van de Japanse furoshiki op, het traditionele inpakken met textiel. Door deze referenties te kruisen, creëert Slimane een conceptueel object, trouw aan zijn visie van een strak maar scherpzinnig luxebegrip.

Bij Andersson Bell, het Koreaanse label dat bekendstaat om zijn experimentele benadering, diende de vorm van een vaas als basis voor een handtas. Op de catwalk voor lente-zomer 2024 verscheen het model gevuld met verse bloemen, waardoor de grens tussen accessoire, decoratief object en artistieke performance vervaagde.

Dit seizoen speelt ook Lacoste met het idee van transformatie: de iconische geplooide tennisskirt werd herwerkt tot een stijve handtas. Toegankelijker dan de vaas van Andersson Bell, maar met hetzelfde vermogen om vertrouwdheid en nieuwigheid te verzoenen. Op sociale media ging het ontwerp viraal én kende het een commercieel succes, een bewijs dat een vleugje humor ook de massa kan verleiden.

Een organisch moodboard

De natuur en het eetbare hebben altijd een prominente rol gespeeld in deze creatieve zoektocht. Al in de couturecollectie lente-zomer 2010 presenteerde Jean Paul Gaultier een tas van bladeren, een perfecte fusie tussen natuur en couture-raffinement. Het ultieme trompe-l’œil: een organische tas, levendig en fragiel.

Onder leiding van Jonathan Anderson zoekt Loewe voortdurend de grens op. De inmiddels iconische aspergetas illustreert perfect deze drang om te verrassen — zonder de ambitie om universeel te behagen. Daartegenover staat een kikker-clutch, ontsproten uit een fantastisch bestiarium, dat Andersons voorliefde voor onverwachte natuurreferenties onderstreept.

Deze fascinatie voor het gewone reikt verder dan accessoires. Zo kreeg onder zijn impuls de Loewe-geurkaarsenlijn een nieuwe dimensie, met verrassende plantaardige noten: tomatenblad, rode biet, komkommer… geuren die de conventies van traditioneel luxeparfum verstoren en de esthetiek van het alledaagse verder betoveren.

Popcultuur en eetbare provocatie

In een meer poppy en provocatieve geest heeft Moschino zich lange tijd onderscheiden door zijn visuele humor, vooral onder Jeremy Scott (2013–2023). Reeds bij zijn eerste collectie sloeg hij toe met ontwerpen geïnspireerd door fastfood en de wereld van McDonald’s. Daarna volgden seizoenen vol kitsch-referenties: snoep, ontbijtgranen, babyflesjes die handtassen werden. Minder een éénmalige gimmick dan een doorlopende beeldtaal die Scott gedurende tien jaar doorweefde. Zo verschenen tassen in de vorm van frietbakjes, wasmiddelflacons omgetoverd tot minaudières en accessoires die rechtstreeks verwezen naar alledaagse verpakkingen. Een visueel idioom dat tegelijk vrolijk en subversief was, waarmee Moschino een uitgesproken pop-esthetiek claimde die de grenzen tussen luxe en consumptie bevraagt.

In een nostalgischer en intiemer register liet Balmain zich voor herfst-winter 2024 inspireren door een déjeuner sur l’herbe. Olivier Rousteing gaf het thema van het landelijke banket een bijna theatrale allure: druiventrossen werden sculpturale oorbellen, vichy verwees naar de picknickkleed-esthetiek, en zelfs de Bourgondische escargots vonden hun weg naar de sieraden.

Of het nu gaat om strakke vormen of extravagante knipoogjes: accessoires geïnspireerd door het alledaagse doorbreken de codes van de mode. Door het meest vertrouwde te verheffen tot creatief gebaar, bewijzen ontwerpers dat de mode geen grenzen kent — en dat zelfs het banale subliem kan worden.

Artikel door Julie Boone