Eerste les Dior door Jonathan Anderson

jul 2, 2025 | Cultuur, Merken, Mode

Sinds de aankondiging van zijn benoeming als artistiek directeur van Dior Femme, heeft Jonathan Anderson de spanning zorgvuldig opgebouwd. Al verantwoordelijk voor de mannencollectie, is hij nu de eerste ontwerper sinds Christian Dior zelf die beide lijnen tegelijk leidt. Een krachtig signaal van het huis: met een visionaire figuur aan het roer begint een nieuw hoofdstuk in zijn geschiedenis. En wie anders dan Jonathan Anderson om deze uitdaging aan te gaan?

Jonathan Anderson en de kunst van het teasing 

Al vóór de show zaait de ontwerper verwarring met cryptische hints. De uitnodiging? Een porseleinen bord met drie keramieken eieren – meteen een gewild collector’s item. Via sociale media volgen meer aanwijzingen: een portret van Jean-Michel Basquiat door Andy Warhol, een foto van Lee Radziwill, meerdere literaire versies van de iconische Book Tote, en een nieuwe campagne met Kylian Mbappé. Zoveel visuele fragmenten, verspreid als bakens in de tijd. De boodschap is helder: Anderson heeft zich ondergedompeld in de archieven van het huis uit 1946 en is klaar om de mythen ervan opnieuw tot leven te brengen.

Een eerste collectie die de modewereld betovert 

In het statige decor van het Hôtel national des Invalides presenteert Anderson zijn eerste Dior Homme-collectie. Een plek doordrenkt van geschiedenis, perfect passend bij een collectie die moeiteloos balanceert tussen verleden en heden. Op de catwalk: 67 silhouetten, elk een fragment van een groter zelfportret in wording.

De toon wordt meteen gezet met look 1: de iconische Bar-jacket, een pijler van het vrouwelijke New Look-silhouet, wordt hier op geheel eigen wijze heruitgevonden. In mannelijk perspectief gecombineerd met ruime, gedeconstrueerde shorts – een spel met volume dat we herkennen van Anderson’s werk bij Loewe.

Look 20 toont een baggy jeans met diagonale naad en een cropped kostuumgilet – een silhouet dat tegelijk elegant en nonchalant aanvoelt. Het volgende silhouet is opgebouwd volgens hetzelfde principe, maar dan in een lichtere tint, als een visueel spiegelbeeld.

Overal in de collectie vinden we subtiele details: vlinderdassen rechtstreeks op de huid, delicate gilets, omgekeerd geknoopte dassen… Anderson schetst het silhouet van een nieuwe Dior-man op onverwachte wijze. Niet een klassieke held, maar een literaire antiheld. Een verzamelaar, een dromer, een lezer. Een uitgeputte dandy of een jongeman uit een ander tijdperk – afhankelijk van hoe je kijkt.

Ook dramatiek sijpelt de collectie binnen: een cape, als een uitvergrote trui, die een bijna vampierachtige uitstraling oproept. Elders krijgen we een witte jumpsuit met knopen – bijna een romper voor volwassenen – gecombineerd met luxe suède visserssandalen, een elegante knipoog naar de beroemde ‘medusa’-sandalen. Verderop flirt een officiersjas met skatesneakers. Andersons man heeft geen vaste leeftijd of tijdperk: hij beweegt tussen genres, herinneringen en verhalen.

Een show bekeken tot in de bars van Parijs

Terwijl zorgvuldig geselecteerde genodigden hun porseleinen bord ontvangen, creëren anderen hun eigen moment. Zo organiseert modecontentcreator @Lyas – die dit seizoen opmerkelijk genoeg niet werd uitgenodigd na eerdere samenwerkingen met Maria Grazia Chiuri – een spontane watch party in een bar in het 10e arrondissement. Een last-minute initiatief dat fans en nieuwsgierigen samenbrengt in een ongedwongen, maar intens betrokken sfeer.

Dat collectieve, spontane moment vat perfect samen wat Anderson vandaag aan Dior toevoegt: een verlangen naar mode dat verder reikt dan elitaire kringen. Een opwinding die gedeeld wordt tussen kenners en liefhebbers. De Noord-Ierse wonderontwerper weet feilloos hoe hij vergeten referenties moet vertalen naar het nu, hoe hij het erfgoed in dialoog laat gaan met zijn tijd. Maar bovenal schrijft hij zijn eigen verhaal in dat van Dior – met een vanzelfsprekendheid die nogmaals bewijst: de nieuwe Dior-era is aangebroken. En draagt evenzeer de signatuur van Anderson als die van Monsieur Dior zelf.

Tekst: Julie Boone.