Voor lente-zomer 2026 injecteert Guillaume Henry een dosis branie in de garderobe van Patou. Een collectie die de naam Joy draagt, een hommage aan het iconische parfum van het huis, waar kant, stippen en (héél) korte lengtes de plak zwaaien. Een stijlstatement in vijf bedrijven.
Een huis met geschiedenis, een frisse wind
Sinds 2018 vormt Guillaume Henry Patou naar zijn hand. Na passages bij Carven en Nina Ricci is de creatief directeur bekend komen te staan als de man die slapende modehuizen wakker kust – zonder hun erfgoed te verloochenen. Bij Patou, opgericht in 1914 en sinds zijn aanstelling deel van de LVMH-familie, ontwikkelt hij met succes een prêt-à-porter-lijn die couture ademt. Fijnzinnige stukken: gestructureerd maar draagbaar, met die kenmerkende Franse flair.
De collectie Joy, gepresenteerd in de Maison de la Chimie, verwijst direct naar het gelijknamige parfum uit 1929 van Jean Patou — destijds het “duurste parfum ter wereld”. Een geur geboren tijdens een economische crisis, op het moment dat het huis voet aan wal probeert te zetten in New York. Voor de show deelt Henry een quote van de oprichter, uit juni 1929: “Het buitenleven en zonnebaden maken voortaan deel uit van het moderne bestaan.” Een zonnige intentieverklaring, voor een lichtgevende collectie.
De garderobe van een vrije en zelfverzekerde Patou-vrouw
Kort, korter, kortst: het seizoen SS26 opent met ultra-mini silhouetten. De tailleursets worden hier en daar met een paar centimeter verlengd, maar vervelen geen seconde — denk aan zwarte kanten panty’s of een roze kanten kraagje als accent. Die eerste hints maken de weg vrij voor het vervolg: complete looks in transparant kant. Geen broek in zicht, behalve een nauwsluitende zwarte kanten catsuit. Strepen vermenigvuldigen zich, kruisen elkaar, voeren een visuele dialoog: verticaal, horizontaal, verweven in een textielmise-en-abyme waarin elke look subtiel de volgende aankondigt. Een precieze, uitgekiende beeldtaal, waarin het verhaal zich look na look ontvouwt.
Daarna komen de stippen: eerst discreet op een pump, dan in XXL op een bustierjurk met breed uitlopende heupen. Henry’s liefde voor print gaat nog een stap verder in een clash van patronen: stippen én bloemenprint. Speciale vermelding voor de mini-bh — gewaagd detail — en de slotstukken, theatraal en groots, die echo’s oproepen van het Christian Lacroix-tijdperk. Hier zwaait het maxi de scepter, en vormt het dromerige slotakkoord van een zomerse droomsequentie.
Guillaume Henry: een herkenbaar handschrift
Sinds zijn aantreden bouwt Guillaume Henry aan een Patou-silhouet dat couture combineert met toegankelijkheid. De iconische ballonrok — uitgegroeid tot hét signatuurstuk van het huis — is van zijn hand. Een ontwerp dat als een modegolf de wereld rondging en zelfs de mainstreamketens bereikte. Een succes dat typerend is voor deze tijd, waarin één krachtig stuk in no time viraal kan gaan.
Met Joy zet hij zijn zoektocht voort naar een vrouwelijkheid met vele gezichten: elegant, doordrenkt van Franse savoir-faire, maar altijd speels en vrij. Creatief, maar tegelijk strategisch: hij weet scherpe couturedetails te combineren met meer logogeoriënteerde en toegankelijke stukken, die een nieuw publiek aanspreken. Een verfijnd evenwicht dat Patou stevig in het nu verankert, zonder zijn ziel te verliezen — en het erfgoed van het huis opent voor een nieuwe generatie.
Met Joy blaast Guillaume Henry het oorspronkelijke ethos van Patou nieuw leven in: een stralende luxe als tegengif voor de somberte. Net als het parfum uit 1929 is de collectie een manifest: zelfs in tijden van onzekerheid is er plaats voor schoonheid — en die begint soms gewoon met een perfect gesneden rok.
Artikel door Julie Boone
